ABOUT
Belgium, 1999
Lives and works in Antwerp - Belgium
Arno Camps (°1999) grew up in Oostham and Beringen, Limburg. He first studied fashion at the Royal Academy of Fine Arts in Ghent, where he obtained a bachelor's degree. This was followed by a bachelor's degree in sculpture and in 2024 he graduated as a Master in sculpture from the same KASK. He lives and works in Antwerp.
Arno's work starts from the deformation of the body in which he looks for what is possible and rejects what should be. There is a continuous interaction between sculpture and fashion, so that the boundaries between these media meet each other, without stepping outside them. He does this through sculpture, fashion, poetry, sound, photography, video and his transmutative works.
His work is a counter reality that applies the idea of the aesthetic and ugly in its existence and development. It is irregular, rough, weathered, incomplete and stunted. The 'experience of ugliness' or the experience of what we know as 'not correct' is separate from the experience of beauty. It is not the ugly self that we respond to with rejection or disgust. 'Ugliness' is the aesthetic manifestation of that which disrupts and breaks through the 'ordinary' or 'normal'.
New embodiments emerge that cannot be called figurative nor abstract. A cat-and-mouse game between recognizability and alienation that serves as a reaction and criticism against personal and social issues. The bodies become detached from humanity and form a monstrous human world. This creates a physical design process with new applications of shape, color, material and scale. He is inspired by fashion, cartoons, toys, design, nature, raw industrial elements and machines.
His work often starts from his poetry. He starts from personal emotions that are triggered by images and interpretations from his environment and from his personal image archive. He reveals his retrospective in a descriptive manner, inspired by Dutch cabaret. Moments are relived, interpreted and expressed in different media. With a sober view they are rewritten, exposed and placed throughout his work.
His transmutative drawings and paintings originated as fashion prints and evolved further into collages, drawings and paintings. Each time the image is digitally manipulated to create textures, shapes and color combinations. Once again we play with figuration and abstraction. They create part of the monstrous and ugly counter-reality. Elements are also derived from fashion, cartoons, nature, raw industrial elements and machines. These images are printed on different types of textiles that provide different textures and material properties. They are approached as a silhouette, carrying different fashion elements through image shifting, embossing and details such as pleats, grommets and tears.
He creates environments and characters using sculptures and silhouettes in a scenographic setting. Sculptures form a larger coherent whole and interact with each other. Visualizing and exhibiting them in this way broadens the attention to the whole that he wants to show. It liberates and opens up his reality, making everything increasingly linked to the world. His counter-reality takes shape in the now. He tells a personal story through different media.
Everything forms its counter-reality in which rituality and incantation play a major role. He ritualizes his life, experiences, thoughts and feelings in a game that he himself shapes as resistance and criticism. He tries to play this out through various media. A personal structure and support is formed that helps him understand the world, after which he resists it again.
NL
Arno Camps (°1999) groeide op in Oostham en Beringen, Limburg. Hij studeerde eerst mode aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent waar hij een bachelor behaalde. Hierop volgde een bachelor beeldhouwkust en In 2024 studeerde hij af als Master in beeldhouwkunst aan ditzelfde KASK. Hij woont en werkt in Antwerpen.
Arno’s werk vertrekt vanuit de vervorming van het lichaam waarin hij op zoek gaat naar wat kan, en dat wat moet afwijst. Er ontstaat een continue wisselwerking tussen beeldhouwkunst en mode waardoor grenzen tussen deze media elkaar tegemoet komen, zonder er buiten te treden . Dit doet hij aan de hand van sculptuur, mode, poëzie, geluid, fotografie, video en zijn transmutatieve werken.
Zijn werk is een tegen realiteit die het idee van het esthetische en lelijke in zijn bestaan en ontwikkeling toepast. Het is onregelmatig, ruw, verweerd, incompleet en onvolgroeid. De ‘ervaring van lelijkheid’ of de ervaring van wat wij kennen als ‘niet correct’ staat los van de ervaring van schoonheid. Het is niet het lelijke zelf waarop we reageren met afwijzing of walging. ‘Lelijkheid’ is de esthetische manifestatie van dat wat het ‘gewone’ of ‘normale’ ontwricht en doorbreekt.
Er ontstaan nieuwe belichamingen die niet figuratief noch abstract genoemd kunnen worden. Het ruwe fysieke maakproces, ruwe materialen en de vormentaal dragen een agressieve afrekening met zich mee. Een kat-en-muisspel tussen herkenbaarheid en vervreemding dat dient als reactie en kritiek tegen persoonlijke en maatschappelijke onderwerpen. De lichamen komen los van menselijkheid en vormen een wanstaltig-menselijke wereld. Hierin ontstaat een fysiek ontwerpproces ontstaat met nieuwe toepassingen van vorm, kleur, materiaal en schaal. Hij wordt geïnspireerd door mode, cartoons, speelgoed, design, natuur, rauwe industriële elementen en machines.
Zijn werk vertrekt vaak vanuit zijn poëzie. Hij vertrekt vanuit persoonlijke emoties die worden getriggerd door beelden en interpretaties uit zijn omgeving en uit zijn persoonlijk beeldenarchief. Op een beschrijvende manier geïnspireerd door nederlandse kleinkunst legt hij zijn terugblik bloot. Momenten worden opnieuw beleeft, geïnterpreteert en verwoord in verschillende media. Met een nuchtere blik worden ze herschreven, blootgelegd en geplaatst doorheen zijn werk.
Zijn transmutatieve tekeningen schilderijen ontstonden als mode prints en evolueerden verder naar collages, tekeningen en schilderijen. Telkens is het beeld digitaal gemanipuleerd waardoor er texturen, vormen en kleurcombinaties ontstaan. Opnieuw wordt er gespeeld met figuratie en abstractie. Ze scheppen een deel van de monsterlijke en lelijke tegen-realiteit. Ook hierbij worden elementen afgeleid uit mode, cartoons, natuur, rauwe industriële elementen en machines. Deze beelden worden geprint op verschillende soorten textiel die zorgen voor verschillende texturen en materiaaleigenschappen. Ze worden benadert als een een silhouet waardoor ze verschillende mode elementen met zich meedragen door middel van beeldverschuiving, reliëfvorming en details zoals plooien, zeilringen en scheuren.
Hij creëert omgevingen en personages aan de hand van sculpturen en silhouetten in een scenografische setting. Sculpturen vormen een groter coherent geheel en spelen op elkaar in. Ze op deze manier in beeld brengen en tentoonstellen verbreed de aandacht naar het geheel dat hij wil tonen. Het bevrijdt en stelt zijn realiteit open waardoor alles steeds meer koppelt aan de wereld. Zijn tegen-realiteit krijgt vorm in het nu. Hij vertelt een persoonlijk verhaal door middel van verschillende media.
Alles vormt zijn tegen-realiteit waarin ritualiteit en bezweren een grote rol speelt. Hij ritualiseert zijn leven, ervaringen, gedachten en gevoelens in een spel dat hij zelf vorm geeft als verzet en kritiek. Door middel van verschillende media probeert hij dit uit te spelen. Er vormt een persoonlijke structuur en houvast die hem helpt de wereld te begrijpen waarna hij zichzelf er opnieuw tegen verzet.